Onderzoek Universiteit van Paderborn naar Lerende Euregio

Op verzoek van het Schulministerium van NRW werd in de afgelopen jaren door de Universiteit van Paderborn een onafhankelijk onderzoek gedaan naar de werkwijzen en de effecten van de Lerende Euregio. Een korte samenvatting van enkele bevindingen uit dit degelijke onderzoek willen we graag met u delen.

De methodieken die door de partners van de scholen in de Euregio Rijn Waal de afgelopen twintig jaar werden ontwikkeld omschrijven de onderzoekers van de Universiteit van Paderborn als handreikingen voor grensoverschrijdende samenwerking van scholen in andere grensregio’s. Een belangrijke sleutel tot het succes van de Lerende Euregio is dat “… de aanpak laagdrempelig is en een veelbelovende en onbureaucratische toegang biedt om ervaringen op te doen met grensoverschrijdende mobiliteit”
Het onderzoek vermeldt: “De grensoverschrijdende samenwerking in het beroepsonderwijs binnen het netwerk van de Lerende Euregio ziet terug op een lange traditie, met veelsoortige projecten, initiatieven, deelnemers en vormen van samenwerking. Er hebben sinds 1999 meer dan 90 scholen, 28.000 jongeren in opleiding en 1500 docenten aan deelgenomen.”

Het netwerk van de Lerende Euregio streeft de volgende doelen na:
“- Ondersteuning en uitbreiding van de grensoverschrijdende samenwerking van instellingen voor beroepsonderwijs in de grensregio van de twee landen;
– Leerlingen in staat stellen meer te leren over het buurland, in het algemeen, maar ook in relatie tot hun onderwijstraject en de arbeidsmarkt;
– Leerlingen de kans geven om vooroordelen te overwinnen en door persoonlijke ontmoetingen meer open te staan voor het buurland;
– De samenwerking tussen de deelnemende leraren uit beide buurlanden doeltreffender te maken, ideeën uit te wisselen en zo de leerprocessen van hun leerlingen te verrijken;
– Ondersteuning van de samenwerking tussen partners uit de twee buurlanden met het oog op gemeenschappelijke doelstellingen. Voorbeelden hiervan zijn gemeenschappelijke informatie-infrastructuren en de wil om van elkaar te leren.

Deze doelstellingen zijn gedurende de looptijd van het project stabiel gebleven, maar hebben in de verschillende fasen van het project een verschillende betekenis gehad”.
Het rapport beschrijft uitvoerig de verschillende instrumenten en structuren die door de netwerkpartners werden ontwikkeld: de tandems waarbij steeds twee opleidingen voor hetzelfde beroep grensoverschrijdend samenwerken, de platforms waar docenten ervaringen uitwisselen en van elkaar leren, de beroepenwedstrijden waarbij vooral de Nederlands-Duitse samenwerking voorop staat en wordt beloond en de projecten empowerment gericht op kwetsbare jongeren.

 

In het rapport worden conclusies getrokken die van belang zijn voor de toekomst van de Lerende Euregio: de ervaringen met samenwerking door de partners mogen niet beperkt blijven tot het samenwerken bij de uitvoering van onderwijs maar moeten onderdeel uitmaken van de strategie voor de ontwikkeling van het onderwijs. Het is voor de toekomst van het netwerk van groot belang dat de samenwerkingsstructuren van het netwerk in het opleidingsaanbod van de partnerscholen worden verankerd en dat er een structurele financiële basis is voor de activiteiten.

 

Het onderzoek van de universiteit van Paderborn onderstreept nog eens dat het netwerk van de Lerende Euregio een stabiel en duurzaam netwerk is waarbinnen de Nederlandse en Duitse scholen voor beroepsonderwijs belangrijke doelen kunnen realiseren, doelen

die ontleend zijn aan de specifieke geografische ligging van de scholen in de grensregio.