Column: een wintersprookje over Griethausen

Mijn eerste kennismaking met Duitsland op vierjarige leeftijd was zo indrukwekkend, dat ik lange tijd heb gedacht dat het een droom was. Het ging zo. Met mijn ouders en mijn broertje ging ik logeren bij tante Käthe en haar familie in Griethausen. Het was Kerstmis geweest en het was heel koud.

We werden ontvangen in een boerderij die midden in het stadje lag. Het eerste dat we bij binnenkomst zagen was een grote kerstboom met brandende kaarsen. Die stond op de deel en daarachter stonden meteen enorme, dampende koeien. Die vonden wij, stadskinderen, zo eng dat we niet dicht bij de kerstboom durfden te komen. De woonkamer was aan de andere kant van de boom. Daar was het heel donker en vol met mensen die je niet goed kon zien. Iedereen bleek mijn ouders te kennen en men was heel blij met onze komst. Er waren veel kinderen en tot mijn verbazing had elk kind een enorme puntzak met heel bijzondere, ons onbekende, soorten koek en snoep bij zich. Wij kregen er meteen ook een toegestopt. Het duurde lang voor ik besefte, dat die hele zak snoep voor mij alleen was. Daarna weet ik niets meer, want ze hebben me slapend op zolder in een groot ledikant gelegd. De volgende morgen werd ik wakker door een enorm gesis en gefluit. Er kwam een grote, zwarte stoomlocomotief aan. Hij was heel dichtbij, maar gelukkig reed hij langs het huis en verdween over een lange brug over het water. Het had gesneeuwd. Alles was wit. Ik had het heel warm, want we lagen niet onder dekens maar onder een heel dik dekbed. Ook zoiets had ik nog nooit gezien. De zak met snoep was er nog steeds. Tante Käthe heeft daarna nog vaak bij ons in Nijmegen gelogeerd. Ik ben pas 60 jaar later weer in Griethausen geweest.

Nederlandse achternamen
Alle herinneringen kwamen weer boven en ik vond ook bewijzen dat ik niet gedroomd had. Er rijdt geen trein meer door Griethausen maar de spoorbrug die over de Altrhein gaat is er nog steeds en ook het spoortracé dat boven de huizen uitrijst. Er staan nog steeds stadsboerderijen in het stadje. Een voor een worden ze nu vervangen door moderne riante huizen. Dat we meer familie in Griethausen hebben gehad, dan alleen tante Käthe, kon ik zien op het kerkhof. Daar lagen verschillende mensen met de achternaam van mijn opoe. Overal zie je dit in Duitse dorpen en steden aan de grens: doden met een Nederlandse achternaam. Ook op de monumenten voor soldaten die in de Wereldoorlogen gesneuveld zijn.
Griethausen is eigenlijk te klein om een stad te zijn, zou je denken. Maar in de Middeleeuwen lag het aan de hoofdstroom van de Rijn. De graven van Kleef hadden hun hoop op Griethausen gevestigd. Het moest een welvarende stad worden omdat men hier tolgelden kon heffen op de doorvaart van de schepen die naar Holland voeren. Daarom verwierf het stadsrechten. Maar helaas: de Rijn verlegde haar bed vijfhonderd meter naar het noorden en daarmee kwam Griethausen te liggen aan een dode rivierarm: de Altrhein. Niet alleen Griethausen werd verrast door de wispelturigheid van de grote rivier. Het verhaal van Erlecom, even verder stroomafwaarts aan de Waal, is pas echt bizar. In de 19e eeuw maakten de bewoners mee dat ze na een overstroming van de rivier vast moesten stellen dat hun dorp niet langer aan de noordelijke, maar aan de zuidelijke oever van de rivier was komen te liggen. Een vergelijkbaar lot trof Schenkenschanz, vier kilometer van Griethausen. Ooit was dit een zwaar bewapende vesting, als een speerpunt gelegen in de rivier, op de strategische splitsing van de Rijn. Nu is het een ommuurd gehucht, ingesloten door land en heeft de splitsing zich tien kilometers verplaats naar het westen. Schenkenschanz zal de plaats van handeling zijn in de volgende episode waarin het gaat over twee schurken die een belangrijke rol speelden in de geschiedenis van het stroomgebied van de Niederrhein.

Rijtuigen
In de 19 eeuw werd er een spoorlijn aangelegd van Kleef over de Rijn naar Nederlands gebied. Bij Griethausen werd een brug gebouwd met een enorme lengte vanaf de Altrhein tot aan de Rijn. Daar werden de rijtuigen (niet de locomotief, die was te zwaar) per schip overgezet om aan de overkant, gekoppeld aan een andere locomotief, de reis voort te zetten richting Zevenaar en Elten. Die brug ligt er nog steeds. Het is de oudste ijzeren spoorbrug in Midden Europa. Zo staat te lezen op een van de vele prachtig beschilderde bordjes voor toeristen, want de Griethausenaren zijn trots op hun stadje.

Lambert Teerling
Consultant