Column: De engel van Nijmegen

Op de markt aan het Kelfkensbos in Nijmegen staat een engel. Ik mocht vroeger zaterdags mee naar de markt en ik ging dan altijd eerst kijken of de engel er nog was. Toen wist ik nog niet dat hij  opgericht is ter herinnering aan de opening van de spoorwegverbinding  met Kleef.

Handel en industrie in de 19e eeuw: de engel van Nijmegen

Het was de eerste spoorlijn vanuit Nijmegen. Daardoor kon je vanaf 1865 al met de trein vanuit Nijmegen via Kleef helemaal naar Berlijn! Naar Arnhem kon je per trein pas veel later: vanaf 1893. Toen werd de spoorbrug over de Waal aangelegd. En een verkeersbrug over de Waal kwam er pas in 1938! De engel is voor mij nog steeds het symbool van de verbondenheid van Nijmegen met de Niederrhein en in het bijzonder met Kleef. Eendracht maakt macht staat er op de sokkel: door Nijmeegs Burgerij! Heel veel monumenten en namen herinneren aan de verbondenheid van Nijmegen met Duitsland in de 19e eeuw. Thieme uit Wesel, vestigde in Nijmegen de beroemde drukkerij Thieme aan de rand van het centrum in de wijk Bottendaal. Ook in de Bottendaal vestigde een andere Duitser Dobbelman (uit Siegburg) de beroemde zeepfabriek waar nog tot in de 80er jaren Biotex wasmiddel werd geproduceerd. Een leuke noot in de geschiedenis van de Nijmeegse industrie is het bezoek dat Karl Marx in 1836 aan de stad bracht. Aan de Grotestraat woonden de ouders van zijn vrouw: Jenny van Westfalen. In mijn jeugd kocht mijn moeder de kleren bij warenhuizen die er nu allemaal niet meer zijn: Voss, Kreymborg en Bahlmann waren de namen van de betere kledingzaken. Allemaal winkels van Duitsers die in de 19e eeuw als marskramer naar Nijmegen gekomen waren.

Grensarbeiders
Simon van den Bergh was een fabrikant uit Oss die margarine produceerde. Van den Bergh zag marktkansen in Duitsland. Maar Pruissen belaste industrieproducten met hoge invoerheffingen. Daarom begon hij in 1888 met 18 arbeiders een margarinefabriek op Duits grondgebied: in Kleef. Het werd een groot succes. Van den Bergh fuseerde met Jurgens Margarinewerke uit Goch. In een volgende fusie met het Engelse bedrijf Lever ontstond het Unilever-concern. In de 19e eeuw groeiden Kleef en Nijmegen uit tot centra van nijverheid. Er gingen toen veel arbeiders over de grens werken. In Kleef was eind 19e eeuw een bloeiende schoenindustrie. Nederlanders leerden daar het vak en namen die kennis mee naar Nijmegen. Dit droeg ertoe bij dat ook hier een schoenindustrie ontstond die vooral na de Eerste Wereldoorlog een grote vlucht nam.


Rijke Nederlanders

Maar wie tussen Nijmegen en Kleef reist -of nog liever wandelt- ziet geen industriegebied. Beide steden liggen op de toppen van de stuwwal die in de laatste ijstijd is ontstaan. Het gebied daartussen is van een grote schoonheid, vooral door het on-Nederlands heuvelachtige landschap. In de 19e eeuw werd dit romantische landschap ontdekt door kunstenaars en door de Nouveau-riche die in de koloniën rijk waren geworden. Gefortuneerde Nederlanders lieten landhuizen bouwen aan de verbindingswegen tussen beide steden. Die prachtige huizen kunnen we nu nog zien. Eind 19e eeuw maakten rijke Nederlanders een belangrijk aandeel uit van de burgerij van Kleef.

Lambert Teerling
Consultant Ler(n)ende Euregio