“We delen dezelfde wens”
‘Oh dennenboom’ klinkt in koor in het klaslokaal op de eerste verdieping aan de Siegburgerstraße in Düsseldorf. De Elly Heuss Knapp Schule is het grootste Berufskolleg (mbo) in Düsseldorf met 3000 leerlingen en 160 docenten. Een docent tokkelt op de gitaar en de Nederlandse en Duitse studenten zingen in het Nederlands mee. Buiten regent het pijpenstelen. Op tafel liggen Nederlandse speculaasjes en er is warme ‘Lauchsuppe’ met Turks brood. “Wij hebben de afgelopen jaren steeds iets verbeterd in de uitwisselingen.”
Tandem in Düsseldorf
Deze week vond de eerste uitwisseling plaats van een van de drie pilots van het project Taal Verbindt van Ler(n)ende Euregio. De universiteit Paderborn doet in deze pilots onderzoek naar hoe de scholen een duurzame infrastructuur kunnen bouwen in uitwisselingen in de Euregio. Deze week vond in dit kader de eerste uitwisseling plaats tussen de Elly-Heuss Knapp Schule en ROCA12 in Düsseldorf met studenten van de opleiding Onderwijsassistent en Sozialassistent.
Succesfactoren
Docent van Elly Heuss Knapp Schule, Matthias Kromer: “We hebben de afgelopen jaren steeds iets verbeterd in de uitwisselingen. We ontdekten dat het belangrijk is een goede match te vinden tussen de opleidingen. Leeftijdsverschil maakt niet uit, maar niveau en beroepsrichting wel.” De derdejaars van de opleiding Onderwijsassistent van ROCA12 uit Velp matchen goed met de eerstejaars Sozialassistenten van Elly Heuss Knapp Schule; Duitse leerlingen zijn vaak wat ouder op een Berufskolleg en hebben meer werkervaring dan Nederlandse eerstejaars mbo. Matthias Kromer: “We hebben ook geleerd onze leerlingen het uitwisselingsprogramma te laten samenstellen. Wij vragen wat zij willen. We laten de studenten zelf het programmaboekje maken.” Andere succesfactor is dat de docenten tijdens de uitwisseling aandacht besteden aan gemeenschappelijke thema’s uit het curriculum, zoals inclusiviteit, vooroordelen wegnemen, wereldbegrip en diversiteit. “Dit maakt het voor ons eenvoudiger om tijd vrij te maken in het onderwijsprogramma voor een uitwisseling.”
Matthias is met Thea Nabring, docent van ROCA12, de kartrekker van de uitwisselingen die ieder jaar over en weer in december en mei plaatsvinden. In december gaat de groep naar Düsseldorf en in mei naar Velp bij Arnhem. Hoe zorgen ze ervoor dat ook zonder hen deze waardevolle uitwisselingen voort blijven bestaan? Matthias: “Ieder jaar betrekken we er nieuwe, jonge leraren bij zodat ze kunnen zien hoe een uitwisseling gaat. Het jaar daarna kunnen ze dan de organisator zijn.” Thea geeft aan dat ze het niet eenvoudig vindt docenten te vinden. “We hebben concurrentie van andere studiereizen, zoals naar Marokko. Daarvoor is een wachtlijst van docenten. Voor Düsseldorf merk ik dat ik collega’s moet overtuigen om mee te gaan. Ze denken vaak dat hun Duits niet goed genoeg is.”
Cadeau
Wat betreft de aanmeldingen van studenten voor deze studiereis was de animo groot. Fachschuleleiterin Bianca Ribic: “Leerlingen van verschillende klassen mogen zich vrijwillig aanmelden. Binnen een half uur was dit jaar de studiereis vol, terwijl het best lastig voor ze is om het te organiseren met hun stagebedrijf.” Verspreid over vier dagen sluiten diverse Duitse leerlingen op verschillende momenten in totaal twee dagen aan. Zoals leerling Eileen: “Ik ben er gistermiddag en vandaag bij. Ik vond het leuk me aan te melden, omdat ik het interessant vind om leerlingen van dezelfde opleiding te ontmoeten en een ander schoolsysteem te zien. Ik vind het wel lastig om contact te maken, omdat ik geen Engels spreek en de meeste Nederlandse leerlingen geen Duits. Maar ik verheug me zeker op mei, als we naar Arnhem gaan.”
Ondertussen deelt de vakschoolleidster een cadeau uit aan iedere leerling: een katoenen tas van de school met leuke kleinigheidjes. Ook wordt een informatieve film over de school getoond. Na de soep vertrekken ze per tram naar een speciale school. Daar legt de conrector de visie en het concept van de school uit. In de ochtend hebben ze al een basisschool met passend onderwijs bezocht. Er zijn veel vragen van Duitse leerlingen en docenten. Thea vertaalt alles de hele dag naar het Nederlands en Duits. De groep trekt een duidelijke conclusie uit de vergelijking met elkaars schoolsystemen. Thea: “De systemen zijn verschillend, maar we delen dezelfde wens. We zouden allemaal drie onderwijsassistenten in de klas willen hebben.”
Er is elke dag een intensief programma waarbij de leerlingen vroeg op moeten en veel ervaren. Van het stadscentrum tot een school en een in-het-donker-café. “Het is leuk om mijn stad te laten zien”, zegt een Duitse leerling. Zij spreekt gewoon Turks met sommige Nederlandse leerlingen. “Zij zijn net als ik half Turks”. Ondanks het taalverschil begrijpen de leerlingen gedurende de uitwisseling steeds meer. “Als ze maar lang-zaam spreken”, articuleert een Nederlandse leerling. “Duitse jongens vinden Nederlandse meisjes mooier dan Duitse, hoorde ik”, zegt ze lachend. “Het zijn vaak de alledaagse dingen die opvallen”, merkt Thea op. “Zoals dat er op Duitse scholen ’s middags warm wordt gegeten. Schooleten is hier heel belangrijk.” Als ik een Nederlandse leerling vraag wat haar opvalt aan de Duitse cultuur zegt ze dat ze het zo stil vindt in de metro. “Je durft er gewoon niet te praten. Dat is bij ons wel anders.”
Geïnspireerd
De docenten raken regelmatig geïnspireerd door een uitwisseling. Matthias: “Toen ik voor het eerst in een Nederlandse mbo-school kwam, was ik stomverbaasd. Zoveel luxe! Dat kennen wij niet in onze gebouwen.” Thea was de eerste keer vooral verrast over dat in Duitsland ieder kind met een zorgvraag een persoonlijk begeleider heeft in de klas. “Het zou toch mooi zijn als we dat ook in Nederland kunnen hebben.” Toch, na zes jaar uitwisselingen organiseren, komen ze allebei tot de conclusie: “Uiteindelijk zijn de verschillen tussen ons niet zo groot.”
Tijdens deze uitwisseling kijken onderzoekers van de universiteit Paderborn mee en nemen ze in de middag een interview af met de docenten. Professor dr. Kremer: “In het begin was het lastig de pilots te starten omdat we niet meteen een match vonden tussen Duitse en Nederlandse scholen, maar nu zijn we echt begonnen. We kijken de komende twee jaar naar hoe we een concept kunnen vastleggen om de uitwisselingen te verankeren tussen scholen. Wellicht zijn aanvullingen als digitale middelen en een mobiliteit van tien dagen waardevol.” Maar dit zal in oktober 2021 blijken als het onderzoek wordt afgerond.
Auteur: Anoushka van Bemmel